De camelia collectie

pdfgallery

De camelia collectie


Net als veel andere liefhebbers van opmerkelijke tuinen, raakte de huidige eigenaar geïnteresseerd in camelia's.

De collectie is verspreid over de tuin rondom het kasteel. Deze hebben de originele struiken zoals laurier vervangen. Hun overvloedige bloei en bloeitijd in de winter (van oktober tot mei) alsmede hun kleurschakeringen, verhogen het plezier van een bezoek in deze periode.

De bodem en de besproeiing hebben veel aandacht gekregen (diverse systemen zijn getest in de loop der jaren) om deze collectie de vochtige atmosfeer te geven om goed te groeien en te bloeien. In onze tuin groeien ze ongeveer 30cm per jaar . De camelia's werden tussen 2007 en 2010 geplant.

De oorsprong van onze prestigieuze collectie

Het is belangrijk op te merken dat de basis van onze collectie grotendeels gebaseerd is op moederplanten. (Een moederplant is een plant van groot formaat die het mogelijk maakt stekken af te nemen of waarvan het mogelijk is zaden te verzamelen.) De planten komen van de wereldwijd erkende kwekerij Claude Thoby (voorheen Guichard). We hebben niet minder dan 107 struiken van de kwekerij geplant.

In de jaren 1880 richtte Henry Guichard zijn tuinbouwbedrijf op en begon hij met de vermenigvuldiging van planten uit Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland. In 1894 stonden niet minder dan 235 camelia variëteiten in zijn catalogus. Na zijn dood zetten zijn dochters de missie van hun vader voort, waarna Claude Thoby, de bedrijfsleider, het bedrijf in 1955 overnam. We kunnen dus zeker zijn van de kwaliteit van de in ons park geplante camelia's.

De oorsprong van de camelia

https://www.chateau-perouse.com/assets/bestanden/gallery/5/63.jpg Camellia japonica 'Ed Combatalade' Collection Château Pérouse

De camelia is afkomstig uit het Verre Oosten zoals de uitlopers van de Himalaya en de zone van Thailand tot Japan. Meestal in bergbossen tot 2.000m. De meeste van de endemische soorten zijn te vinden in de provincies Yunnan en Guangxi in China.

Hoewel gewaardeerd om zijn decoratieve verschijning wordt de camelia ook verbouwd voor andere toepassingen. De zaden worden gebruikt in de samenstelling van spijsoliën en cosmetische oliën. Er zijn meer dan 200 soorten en 32.000 cultivars (variëteiten) opgenomen in het internationale Camelia Register. De Camelia japonica is de soort die de meeste variëteiten kent, deze wordt gevolgd door de Camelia reticulata uit China en Camelia sasanqua. De meest populaire zijn de hybride Camelia x hiemalis (Camelia japonica gekruist met de Camelia sasanqua) en Camelia x williamsii (Camelia japonica gekruist met Camelia saluenensis).

De geschiedenis van de camelia

Wat zullen we zeggen over het verbazingwekkende verhaal over de ontdekking door Westerlingen van een Aziatisch bloemsieraad wat sinds het begin der tijden deel uitmaakt van hun tuinen.

Hier is het verhaal over de verspreiding van camelia's in Europa.
De camelia werd voor de eerste keer genoemd door Carl Von Linné. Hij was een Zweedse botanicus die, in 1735, het schema van de moderne biologische nomenclatuur heeft gecreëerd op basis van het werk van de Jezuïeten botanicus George Joseph Kamel. Voor hem stond de camelia bekend als Cha in China en als Tsubaki in Japan.

Een aantal planten werd voor het eerst door de Duitse fysicus Andreas Cleyer ontdekt, die op handelsmissie Japan bezocht tussen 1682-1684 en tussen 1685-1687. Één versie verteld dat in het midden van de 16e eeuw, Portugese zeelieden en missionarissen camelia variëteiten hebben meegenomen naar het oude continent vanuit Macao, de enige Europese basis in China. De camelia's werden toentertijd Chinese rozen genoemd.

https://www.chateau-perouse.com/assets/bestanden/gallery/5/65.jpg Camellia japonica 'Purity' Collection Château Pérouse

 

Het was aan het eind van de 16e eeuw dat in Engeland de eerste bladeren en knoppen van de thee-boom (Camelia sinensis) werden geïmporteerd. De Engelsen waren al dol op deze thee. Daarna dachten ze de zaden van Camelia sinensis te importeren, maar na een misverstand, zeker met opzet aan de zijde van de Chinezen die de productie in hun land wilden houden, brachten de Engelse ontdekkingsreizigers en missionarissen zaden van Camelia japonica mee. In plaats van de productie voor de thee, werden deze op grote schaal gekweekt voor zijn decoratieve kwaliteiten, die zeer werden gewaardeerd.

 

Het is 1794 als er in Europa vier geïdentificeerde Camelia japonica's aankomen. De eerste twee waren bestemd voor Kasteel Pillnitz en Kasteel Hannover, allebei in Duitsland. De derde werd door admiraal Nelson geschonken aan de laatste koningin van de Twee-Siciliën en werd geplant in Kasteel Cazerte, deze mooie Camelia japonica 'Alba Plena' is zonder twijfel de oudste in Europa. De vierde is in het bezit van de nakomelingen van Lord Peter Thornton in Engeland.

https://www.chateau-perouse.com/assets/bestanden/gallery/5/68.jpg Camellia x 'Harold L.Paige' Collection Château Pérouse

 

Tot 1820 werd de camelia beschouwd als zijnde te exotisch voor het Britse klimaat. Men hield ze in verwarmde kassen, die in de 17e eeuw in Groot-Brittannië werden geïntroduceerd. De gestage uitbreiding van de Britse activiteiten in het buitenland (Azië, Australië en de twee Amerika's) heeft geleid tot duizenden nieuwe exotische planten. De aristocratische interesse heeft geleid tot de ontwikkeling van kassen en serres die door de zon verwarmd werden. Uiteindelijk hadden zelfs de meeste Victoriaanse villa's een vaak achthoekige kas waarin camelia's werden gehouden. Merk op dat nieuwe variëteiten steeds worden gemaakt op basis van zaden door kwekers en andere producenten. Het duurt jaren voordat een nieuwe variëteitt gaat bloeien en er in slaagt erkend te worden met naam en foto.

 

In 1819 waren er slechts 29 variëteiten van camelia's in Engeland bekend. Vervolgens werd het kweken van camelia's een hobby in Engeland voor de hogere- en de middenklasse. Deze hobby werd ook beoefend in Frankrijk en Duitsland. Abt Berlese (1784-1863) was de grootste camelia expert van de 19e eeuw. Hij werd geboren en stierf in Italië maar voltooide zijn camelia-studie in Parijs waar zijn privé vermogen hem in staat stelde zijn eigen kas op te richten. Zijn eerste editie verscheen in 1837 en begon met een classificatiesysteem van camelia variëteiten vast te stellen. De derde editie baseerde Berlese zijn classificatiesysteem op de vorm van bloemen, in een opsomming van 701 variëteiten. Een van de meest invloedrijke projecten van Berlese was de enorme bundeling camelia-illustraties in drie delen, iconografie, met 300 variëteiten, welke hij met J.J. Jung geïllustreerd had in 1841.

https://www.chateau-perouse.com/assets/bestanden/gallery/5/72.jpg Camellia japonica 'Tinker Bell' Collection Château Pérouse

 

De vroege geschiedenis van de camelia, de import uit het Oosten, en de associatie met de aristocratische interesse, staat in schril contrast met de steeds lager wordende sociale status in de 19e eeuw. Kort na de voltooiing van zijn werk, in 1846, verkocht Berlese zijn hele collectie aan een kwekerij. In het midden van de 19e eeuw was er een enorme kweek-industrie opgericht om aan de vraag van nieuwe variëteiten en nieuwe struiken te voldoen.

 

De grootste kwekers in Frankrijk waren: Cochet, Leroy en Onillon uit Angers, Guichard uit Nantes, Bertin uit Versailles en Truffaut uit Parijs. Tussen 1848 en 1860 zette de grote Vlaamse kweker "Verschaffelts" het werk voort van Berlese met een reeks van 13 volumes. De namen van de nieuwe rassen volgen de maatschappelijke veranderingen van die tijd. De namen van aristocraten worden vervangen door namen van nationalistische helden.

https://www.chateau-perouse.com/assets/bestanden/gallery/5/58.jpg Camellia sasanqua 'Yuletide' Collection Château Pérouse

 

De camelia werd ook in Frankrijk populair, Keizerin Josephine de Beauharnais zou hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van de camelia in de vroege 19e eeuw. Ze liet ze groeien in de tuinen van Malmaison.

Het wekte zo de belangstelling op van het publiek en kreeg wereldwijde faam dankzij de roman van Alexandre Dumas Junior 'La Dame aux Camélias', geschreven in 1848. In het begin van de 20e eeuw was de productie in Frankrijk zo uitgebreid, dat kwekerijen camelia planten konden exporteren naar het Amerikaanse continent, zowel naar de Verenigde Staten als ook naar Argentinië en Uruguay.